Maak zelf pasfoto’s
Het is niet onverstandig om regelmatig te controleren of alle benodigde identiteitsbewijzen up-to-date zijn. Het maken van foto’s voor identiteitsbewijzen is een terugkerende taak of misschien wel een ergernis. Jij en jouw gezin moeten regelmatig naar de vakfotograaf. Hoewel wij de fotohandel een warm hart toedragen zijn er natuurlijk best mogelijkheden om zelf pasfoto’s te maken. Zeker als je een digitale camera en een fotoprinter bezit. Lees in dit artikel wat de regels zijn voor Nederlandse pasfoto’s en hoe je het beste zelf een portretfoto voor een identiteitsbewijs maakt.
Vanaf 26 augustus 2006 gelden nieuwe regels voor pasfoto’s. Deze zijn mede het gevolg van de introductie van een elektronische chip in het Nederlandse paspoort. In 2011 zijn de eisen aan Nederlandse reisdocumenten verder gewijzigd. Het zogenaamde Model 2011 van het paspoort beschrijft de opmaak en de diverse kenmerken die vervalsing moeten voorkomen. De eisen aan de pasfoto zelf zijn niet veranderd. Alle informatie hierover vind je op een site van de overheid, genaamd www.paspoortinformatie.nl. Belangrijk om te weten is ook dat kinderen sinds 26 juni 2012 een eigen paspoort of Nederlandse identiteitskaart moeten hebben om naar het buitenland en weer terug naar Nederland te kunnen reizen. In alle gevallen is het maken van een pasfoto nodig. Deze lever je in bij het aanvragen van het reisdocument of ander identiteitsbewijs. De eisen die gelden voor een bibliotheekkaart of iets dergelijks worden hier niet besproken. Wel lees je hieronder alles over het zelf maken van pasfoto’s. Deze moeten volledig voldoen aan de door de overheid gestelde eisen. En die zijn weer vastgelegd in de zogenaamde Fotomatrix Model 2007.
Fotokwaliteit
De pasfoto moet in kleur zijn en gebruik maken van een ‘natuurlijke weergave’. Daaronder verstaat de overheid onder meer dat het gezicht niet vertekend mag worden. Dit gebeurt vrij snel wanneer je gebruik maakt van een digitale compact camera of telefoon en het onderwerp van dichtbij fotografeert. Er ontstaat dan een bolvormige vertekening. Zorg dus voor een zoomstand waarbij de vertekening van het objectief minimaal of afwezig is. Dat is meestal rond de uiterste zoomstand van een 3x zoomobjectief, of een brandpuntsafstand van 50-100mm voor digitale spiegelreflexcamera’s. Let ook op de witbalans. Wanneer je gebruik maakt van kunstlicht kan de huid snel een kleurzweem aannemen. Dit is niet toegestaan. Verder moet de pasfoto scherp zijn, onbeschadigd en afgedrukt op hoogwaardig, glad fotopapier. Er worden geen eisen gesteld met betrekking tot een glanzende of matte afwerking. Wel eist de wetgever een resolutie van minimaal 400 dpi. Dat is voor een amateurfotograaf wat minder gemakkelijk te controleren. Als je een redelijke digitale camera en een inkjetprinter gebruikt is die resolutie geen probleem.
Achtergrond
De achtergrond is van groot belang. Sommige fotostudio’s of enthousiaste amateurfotografen hebben achtergrondrollen met een patroon erin. Dat mag dus niet. De achtergrond moet egaal lichtgrijs, lichtblauw of wit zijn. Een kleurverloop is ook niet toegestaan, evenals ongelijkmatige belichting van de achtergrond door studiolampen of natuurlijk licht. Fotostudio’s moeten dus beschikken over een lichtgrijze achtergrond en studioflitsers in een permanente opstelling. Voor amateurs wordt het een wat moeilijker om aan de eisen te voldoen. Websites waar je zelf een foto kunt uploaden om een pasfoto van te laten maken raden aan uw familielid voor een witte muur zetten. Dat is wat simplistisch. Veel camera’s zullen flitsen als ze binnenshuis gebruikt worden. Dat mag niet, want daardoor krijgt de persoon rode ogen of wordt een schaduw op de achtergrond weergegeven. Zet de flitser dus in elk geval uit.
Gezicht en houding
Oude pasfoto’s tonen je wellicht schuin van opzij. Daarbij kijk je iets naast de camera en is jouw ene oor wel te zien en jouw andere oor niet. Dat is al jaren niet meer toegestaan. Het onderwerp moet recht vooruit kijken, in de lens, en het hoofd niet buigen of neigen. Daarbij moeten de schouders haaks op de camera staan. Personen, bijvoorbeeld kinderen, mogen niet zichtbaar worden ondersteund. Het is de bedoeling dat de gefotografeerde persoon zo weinig mogelijk op en aan het hoofd heeft. Letterlijk dan. Brillen op het voorhoofd, petjes, sjaals of reflecterende oorbellen zijn uit den boze. Een uitzondering wordt gemaakt voor hoofdbedekking die het gevolg is van medische, godsdienstige of levensbeschouwelijke redenen. Een moslima mag dus wel een hoofddoek op hebben als zij daarop staat. Personen met lang haar zouden het haar even naar achteren moeten doen. De wetgever stelt dat de ooraanzet te bepalen moet zijn. Dat wil niet zeggen dat de oren zelf geheel zichtbaar moeten zijn. Wel moeten ogen en gezicht van de persoon volledig zichtbaar zijn, de blik neutraal en de mond gesloten. Je bent een Nederlander: niet lachen a.u.b.! Het klinkt bijna als een grap, maar een pasfoto met een lachende inwoner van ons land wordt geweigerd.
Belichting en bril
De belichting van de persoon moet gelijkmatig zijn. Reflecties in het gezicht of schaduwen op het gezicht of op de achtergrond zijn niet toegestaan. Dat is met name een probleem bij brildragers. De bril mag uiteraard op blijven, maar het montuur mag geen schaduwen werpen op het gezicht en de glazen mogen niet reflecteren. Ook hier wordt het de amateurfotograaf knap lastig gemaakt. Zonder studio is het lastig om aan deze eisen te voldoen. Een foto van een brildrager in zonlicht is vragen om problemen. Dat geldt ook voor een flitsopname. Vrijwel alle flitsers zijn te dicht op de camera gemonteerd en niet neigbaar. Daardoor zal de flits reflecteren in de bril en dat mag dus niet. Gebruik minimaal een losse flitser met een neigbare kop, zodat het licht via het plafond reflecteert. Beter is natuurlijk een tweetal studioflitsers met soft boxen of eventueel flitsparaplu’s. Een alternatief voor een flitsset is het fotograferen van de persoon in een ruimte met witte of lichtgrijze muren bij bewolkt weer. En dat hebben we in Nederland gelukkig genoeg.
Positionering en maatvoering
Voor wat betreft de positionering van het hoofd in het kader geldt dat dit zich in het midden van het beeld dient te bevinden. Probeer het punt tussen de ogen in het midden van het kader te houden. De pasfoto moet precies 35mm breed zijn en 45mm hoog. Daar hoef je bij de opname niet zozeer rekening mee te houden, maar bij het afdrukken des te meer. Voor personen vanaf 11 jaar moet de breedte van het hoofd van ooraanzet tot ooraanzet minimaal 16 mm zijn en maximaal 20 mm. De lengte van het hoofd is van kin tot kruin minimaal 26 mm en maximaal 30 mm. Voor kinderen tot 11 jaar geldt een gezichtslengte van kin tot kruin tussen de 19 en 30 mm. Vraag je een paspoort of identiteitskaart aan voor uw kind jonger dan 6 jaar, dan hanteert de overheid soepeler eisen voor de foto.
Conclusie
Het zelf maken van een goede pasfoto is er de laatste jaren niet gemakkelijker op geworden. De foto dient aan strenge eisen te voldoen op het gebied van fotokwaliteit, achtergrond, gezichtsuitdrukking, houding, belichting en maatvoering. Je kunt voor die paar euro misschien beter naar de vakfotograaf. Wil je uit hobby- of beroepsmatige overwegingen toch proberen om zelf pasfoto’s te maken, richt dan bij voorkeur een kleine studio in. Te denken valt aan een achtergronddoek en een flitsset met softboxen. Veel succes!
Kijk voor meer informatie op www.rijksoverheid.nl.
Abonneer
Als dit artikel u bevalt, abonneer u dan op onze RSS feed.
